Aanbieders van crowdfundingprojecten dienen onderscheid te maken tussen ervaren en niet-ervaren beleggers. Wij vragen niet-ervaren beleggers een toelatingkennistest en simulatie van verlies te doorlopen voordat zij investeren. Het doel van de toelatingskennistest is om ervoor te zorgen dat niet-ervaren beleggers een duidelijk begrip hebben van de aard van crowdfunding investeringen en de bijbehorende risico's, voordat ze daadwerkelijk investeren. 



Waarom is er een toelatingskennistest?

Door het beantwoorden van 9 korte vragen over onderwerpen zoals rendement, risico's en het functioneren van crowdfundingprojecten, kun je als niet-ervaren belegger een realistisch beeld vormen van wat je kunt verwachten en welke risico's je loopt bij investeren. Dit zorgt ervoor dat je een weloverwogen investeringsbeslissing kan nemen die aansluit bij jouw kennisniveau. 

 

Uitkomst van de toelatingskennistest 

Mocht je vragen fout beantwoord hebben dan zie je dit bij de uitslag, inclusief het juiste antwoord. De uitslag van de toets is niet bindend en je kunt dus altijd investeren. Wel is het sterk aan te raden je verder te verdiepen in de materie, mochten er foute antwoorden zijn gegeven.


Wij wijzen je na het doorlopen van de toelatingskennistest altijd nog op enkele vuistregels om verstandig te investeren: 

  1. Het is raadzaam investeringen te spreiden over verschillende projecten;
  2. Investeer niet met geleend geld;
  3. Je kunt je inleg deels of geheel verliezen; investeer daarom alleen met geld dat je kunt missen (als richtlijn raadt de AFM aan om maximaal 10% van het vrij belegbaar vermogen te investeren);
  4. Beoordeel altijd zelf goed de risico’s van het project.

 

Wanneer moet ik een toelatingskennistest doen? 

De toelatingskennistest is voor alle niet-ervaren beleggers, ongeacht het gekozen investeringsbedrag. De toelatingskennistest wordt elke twee jaar herhaald bij een nieuwe investering. 

 

Welke vragen kan ik verwachten in de toelatingskennistest? 

  1. Heb je ervaring met risicovolle investeringen die niet onder een (deposito)garantiestelsel vallen, of met obligatieleningen bijvoorbeeld via crowdfunding? 
    • Ja 
    • Nee
  2. Waarop baseer je jouw risico inschatting bij het investeren in obligaties via crowdfunding? 
    • De beschrijving van de investeringsmogelijkheid, de risico omschrijving in het Informatie Memorandum of Prospectus en het Blad met essentiële beleggingsinformatie. 
    • Ik maak geen risico inschatting bij het investeren via crowdfunding
  3. Stel je hebt EUR 10.000,- euro te besteden aan obligaties, wat is dan raadzaam om te doen?
    • Dit gehele bedrag investeren in één onderneming met een risicoprofiel
    • Dit gehele bedrag verspreid investeren over een divers portfolio van projecten
  4. Welk deel van jouw vrij belegbare vermogen (bezittingen minus schulden) heb je geïnvesteerd, of ben je van plan te investeren in crowdfunding projecten? 
    • Nagenoeg mijn hele vrij belegbare vermogen 
    • Een beperkt deel van mijn vrij belegbare vermogen
  5. Indien zal blijken dat de uitgevende instelling van een project dat je wil ondersteunen niet succesvol is en je (een deel van) jouw verstrekte investering kwijtraakt, hoe gemakkelijk zou je dit dan kunnen opvangen met andere inkomsten en/of vermogensbestanddelen?
    • Ik kan deze tegenvaller niet compenseren met andere inkomsten
    • Dit vormt geen probleem voor mij
  6. Is er een kans dat je het geld van een door jou verstrekte investering gedurende de looptijd toch nodig hebt? 
    • Ja 
    • Nee
  7. Stel, je investeert in obligaties met een looptijd van 5 jaar, maar na 2 jaar heb je het geld nodig. Is het mogelijk om jouw inleg tussentijds terug te krijgen?
    • Ik krijg mijn investering terug van de uitgevende instelling
    • Ik kan mijn geld niet tussentijds terugkrijgen
  8. Stel, je investeert in obligaties en de uitgevende instelling gaat failliet. Wat gebeurt er dan met jouw inleg?
    • Ik krijg mijn investering terug van ZonnepanelenDelen
    • De kans is groot dat ik (het resterende deel van) mijn investering niet terug krijg
  9. Het rentepercentage van de obligaties is veelal hoger dan je kunt ontvangen op een spaarrekening, maar het risicoprofiel van beide is vergelijkbaar.
    • Waar
    • Niet waar